Risico op Explosie of Brand bij HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen
RG-21
Voorbereiding
Stap 1
Voor en tijdens de werkzaamheden moet ook aan onderstaande voorwaarden worden voldaan:
- Controleer of er in het werkplan een bedienings- en ontluchtingsplan zit.
- Controleer of er een sterkte- en dichtheidsbeproeving is uitgevoerd volgens VWI G-22 en VWI G-23. Van deze beproeving moet een rapportage beschikbaar zijn.
- Bij het afsluiten van transportleidingen (zowel bij geplande als bij ongeplande werkzaamheden) moet er gezorgd worden voor een dubbele afsluiting of er moeten aanvullende maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld steekflens plaatsen, dubbele afsluiters plaatsen, stoppelen, airmoven, afblazen enzovoort). De WV bepaalt de te volgen werkwijze.
- Ga je een aansluitleiding vanaf de scheidingsafsluiter tot een gasdrukregel- en meetstation buiten bedrijf nemen én de leiding is ≤ DN 50, dan is een dubbele afsluiting of aanvullende maatregel niet nodig, tenzij er na het sluiten van de afsluiter er drukopbouw plaatsvindt. Bij aansluitleidingen vanaf het transportnet tot de scheidingsafsluiter en/of > DN 50 zijn de dubbele afsluiting of de aanvullende maatregelen wel nodig. De WV bepaalt de te volgen werkwijze.
- Ga je een leiding doorzagen of doorslijpen? Houd er dan rekening mee dat er nog materiaalspanningen in de leiding zitten. Gebruik daarom gereedschap waarmee je veilig de leiding kunt doorzagen of doorslijpen.
- Ga je laswerkzaamheden uitvoeren, houdt dan rekening met de warmte belasting ten opzichte van
je afsluitmiddel.
- Verwacht je overlast van open vuur, gaslucht en/of geluid? Zorg dan dat de omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost vooraf goed geïnformeerd zijn. Besteed daar aandacht aan in het werkplan.
Let op!
- Ga je ontluchten, affakkelen of afblazen? Gebruik dan een metalen buis. Deze moet:
- in een stabiele opstelling staan met een uitmonding op minimaal 2,50 meter boven het maaiveld.
- op een veilige plek staan, zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt.
- Een affakkelinstallatie moet:
- een ontstekingsvoorziening hebben.
- een afsluitmogelijkheid hebben die wordt bediend door een AVP G-netten of AVP G-distributie.
- Tijdens het ontluchten, affakkelen of afblazen moeten een AVP G-netten of AVP G-distributie én minimaal een VOP de hele tijd bij de affakkel-/afblaasinstallatie aanwezig zijn.
- Verwacht je overlast van open vuur, gaslucht en/of geluid? Zorg dan dat de omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost vooraf goed geïnformeerd zijn. Besteed daar aandacht aan in het werkplan.
Let op!
- Houd bij werkzaamheden aan HD-netten er rekening mee dat er nog grijs gietijzeren componenten in het net aanwezig kunnen zijn, zoals afsluiters.
- Ga je montagewerkzaamheden verrichten aan grijs gietijzeren afsluiters in HD-netten, dan moet je de afsluiter(s) volledig drukloos maken. Er bestaat nl. grote kans dat bij werkzaamheden aan deze afsluiters er spontaan breuken in het materiaal kunnen ontstaan.
- Het bovengronds bedienen van afsluiters mag je wel onder druk uitvoeren.
Let op!
- Tevens moet je bij werkzaamheden aan HD-netten rekening houden dat er componenten niet-trekvast gemonteerd kunnen zijn, zoals verbindingen tussen afsluiter en buis of verbindingen tussen buizen onderling enz.
- Als deze componenten niet-trekvast zijn gemonteerd en de werkzaamheden vinden aan of direct achter de verbindingen plaats, dan is er grote kans dat ze door de inwendige druk losschieten. Er dienen dan aanvullende maatregelen genomen te worden.
Uitvoering
Voer stap 2A, 2B en/of 2C uit.
Stap 2A
HD-leidingen in bedrijf nemen:
- Is de leiding onder beproevingsdruk achtergelaten? Controleer dan of de leiding nog op deze druk staat, en controleer daarna of het leidingdeel klaar is om in gebruik te nemen.
- Voer een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
- Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
- Maak de leiding drukloos.
- Sluit de afblaasinstallatie aan.
- Voer de bedieningshandelingen uit die in het bedieningsplan staan en maak de doorverbinding met het nieuwe netdeel. Maak eventueel een bypass, zodat je het nieuwe netdeel gecontroleerd op druk kunt brengen.
- Ontlucht de leiding met een ononderbroken gasstroom. Deze laat je aan het begin van de leiding in en blaas je aan het einde van de leiding af (afblaaspunt). Zie tabel 1
- Je kunt er ook voor kiezen het leidingdeel eerst volledig op druk te brengen en daarna de leiding weer geheel drukloos maken, gebruik hiervoor een afblaas van voldoende capaciteit op 2,5 meter boven maaiveld. Herhaal dit tot je 100% gas meet.
- Controleer met een gasconcentratiemeter, of het uitstromende gas vrij is van lucht. Als je 100% aardgas hebt gemeten, onderbreek dan de gasstroom voor minimaal 5 minuten.
- Breng de gasstroom weer op gang. Als je daarna opnieuw 100% aardgas meet, is het ontluchten gereed.
- Voer, als dat nodig is, de overige bedieningshandelingen uit om het netdeel volledig in bedrijf te nemen.
- Hef de veiligheidsmaatregelen op die je hebt genomen.
Stap 2B
HD-leidingen uit bedrijf nemen (drukloos)
- Controleer op de tekeningen of je het juiste netdeel uit bedrijf gaat nemen. In het werkplan staat of je moet uitbufferen, affakkelen of afblazen
- Voer een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
- Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
- Sluit de affakkel / afblaasinstallatie aan.
- Voer de bedieningshandelingen uit die in het bedieningsplan staan, zodat het leidingdeel dat je uit bedrijf gaat nemen, gastechnisch gescheiden is van het netdeel dat in bedrijf blijft.
- Maak de leiding drukloos. Doe dat in deze voorkeurs volgorde: 1. Uitbufferen, 2. Affakkelen, 3. Afblazen.
- Is de leiding drukloos? Controleer dan of er geen nieuwe drukopbouw plaatsvindt of kan plaatsvinden.
- Ga je de leidingdelen fysiek van elkaar loskoppelen, plaats dan geschikte afsluitmiddelen op de drukloze en losgekoppelde leidingeinden.
- Hef de veiligheidsmaatregelen op die je hebt genomen.
Stap 2C
Buiten bedrijf stellen (gasloos)
- Maak de leiding drukloos. Doe dat volgens stap 2B.
- Verdrijf het aardgas uit het leidingdeel met lucht of een inert gas, bijvoorbeeld airmoven. Zie tabel.
- Meet met de gasconcentratiemeter de gasconcentratie bij het afblaaspunt. Bij een gasconcentratie ≤ 10% LEL is de leiding gasloos.
- Plaats geschikte afsluitmiddelen op de gasloze en losgekoppelde leidingeinden.
- Hef de veiligheidsmaatregelen op die je hebt genomen.
Beëindiging
Stap 3
Meld je werk gereed volgens de geldende bedrijfsafspraken.
Let op!
- Is er in het verleden aardgascondensaat aangetroffen? Werk dan volgens VWI G-47.
- Is het niet bekend of er aardgascondensaat aanwezig is? Houd dan rekening met het risico dat je toch aardgascondensaat tegenkomt.
- Als je tijdens de werkzaamheden vocht tegenkomt, behandel dit dan ook als condensaat, behalve als duidelijk is dat het gaat om inwaterende lekkage.
- Moet je bedieningshandelingen uitvoeren zoals het bedienen van afsluiters? Doe dit volgens VWI G-42.
Let op! Voor controle op sterkte en dichtheid van een leiding moet je nog rekening houden met:
Als een leiding maximaal één dag buiten bedrijf is geweest en er zijn geen werkzaamheden aan de leiding uitgevoerd en/of verbindingen ontgraven, dan is geen beproeving nodig.
- Als een leiding tussen één dag en maximaal vijf dagen buiten bedrijf is geweest, dan bepaalt de netbeheerder of er een controle op lekdichtheid moet worden uitgevoerd.
- Als een leiding langer dan vijf dagen tot maximaal één jaar buiten bedrijf is geweest, dan moet er altijd een controle op lekdichtheid van de leiding worden uitgevoerd.
- Als een leiding langer dan één jaar buiten bedrijf is geweest, dan moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving worden uitgevoerd.
- Alle nieuwe leidingen moeten altijd op sterkte en dichtheid worden gecontroleerd voordat ze in bedrijf worden genomen.
Tabel 1 — In bedrijf en buiten bedrijf stellen door spoelen met gas of lucht/inert gas
Nominale buisdiameter |
Geadviseerde spoelsnelheid m/s |
benodigd debiet bij advies spoelsnelheid m3/h |
Minimale benodigde snelheid m/s |
Benodigd debiet bij minimale spoelsnelheid m3/h |
100 |
1 |
30 |
0.3 |
9 |
150 |
1 |
64 |
0.3 |
20 |
200 |
1 |
113 |
0.3 |
34 |
250 |
1 |
176 |
0.4 |
71 |
300 |
1 |
255 |
0.5 |
128 |
400 |
1 |
452 |
0.6 |
271 |
OPMERKING 1 De maximale spoelsnelheid behoort kleiner te zijn dan 20 m/s, ter voorkoming van turbulentie en/of stofwervelingen.
OPMERKING 2 Algemeen geldt dat het spoelen met behulp van een compressor geschikt is tot een nominale leidingdiameter van 250 mm. Voor een grotere diameter is een ‘ejector’ doelmatiger. |
Blootstelling aan stoffen in de verontreinigde bodem kan de gezondheid ernstige schade toebrengen.
Definitie urgente storingen en calamiteiten: Verstoringen waarbij grote maatschappelijke onrust ontstaat of direct gevaar dreigt voor mensen en/of sprake is van bijvoorbeeld ongecontroleerde gasuitstroom, die onmiddellijk ingrijpen verlangen om de situatie veilig te stellen.
OPMERKING: De sector volgt de in 2018 verschenen CROW 400 en geeft daar een invulling aan in de Arbocatalogus. De voorgestelde werkwijze bij werkzaamheden in de bodem bij urgente storingen en calamiteiten is uitgewerkt voor de Arbocatalogus van de Netwerkbedrijven.
Blootstelling aan stoffen in verontreinigde bodem kan de gezondheid ernstige schade toebrengen.
Beschrijving: de gevolgen van struikelen en uitglijden variëren van blauwe plekken en kneuzingen tot ernstige breuken. Soms kan dit leiden tot blijvend letsel.
Beschrijving: Asbestvezels kunnen ongemerkt worden ingeademd en in de longen achterblijven. Dit kan ernstige longziekten veroorzaken.
Randvoorwaarden en criteria
Het verwijderen en afvoeren van AC-gasleidingen dient te worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid personeel.
De te verwijderen AC-gasleidingen zijn buiten gebruik. Zie VIAG VWI G-20.
Beschrijving: Asbestvezels kunnen ongemerkt worden ingeademd en in de longen achterblijven. Dit kan ernstige longziekten veroorzaken.
Randvoorwaarden en criteria
Het zetten van blazen in AC-gasleidingen dient te worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid personeel.
Deze werkinstructie is in overeenstemming en aanvullend op VIAG-VWI G-24
Beschrijving: Asbestvezels kunnen ongemerkt worden ingeademd en in de longen achterblijven. Dit kan ernstige longziekten veroorzaken.
Randvoorwaarden en criteria
- Het herstellen van lekken in AC-gasleidingen met behulp van een reparatieklem dient te worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid personeel.
- Deze werkinstructie is in overeenstemming en aanvullend op VIAG-VWI G20, G-24 en G-37
Beschrijving: Asbestvezels kunnen ongemerkt worden ingeademd en in de longen achterblijven. Dit kan ernstige longziekten veroorzaken.
Blootstelling aan een geluidsniveau boven 80 dB(A) kan onomkeerbare gehoorschade opleveren.
Beschrijving: Duwen en trekken kunnen leiden tot klachten aan onderrug en schouder en klachten zoals pijn, vermoeidheid en ook tot aandoeningen aan spieren, pezen, banden en gewrichten. Het ontstaan van deze klachten is afhankelijk van het gewicht, de frequentie, de duur van de belasting en de houding.
Beschrijving: Tillen en dragen kunnen (blijvende) aandoeningen geven aan de rug, spieren en gewrichten zoals lage rugpijn, hernia, artrose van de heup of knie. Dit is afhankelijk van het gewicht, de vorm van het object, de frequentie en de houding. Tijdens het dragen is er kans op struikelen of vallen.
Beschrijving: Stoten kan leiden tot lichamelijk letsel.
Beschrijving: Lichamelijk letsel als gevolg van onbedoeld contact met verkeersdeelnemers.
Beschrijving: Bij montagewerkzaamheden in putten en sleuven is er kans op inkalven van het talud of bezwijking van de grondkering. Ook de hoogte van het grondwaterpeil, regenval en of het geroerde of ongeroerde grond betreft, zijn belangrijke factoren.
Beschrijving: De risico’s zijn verstikkingsgevaar, brand- en explosiegevaar, gevaar voor bedwelming of vergiftiging en elektrocutie. De beperkte vluchtweg verhoogt het risico.
Beschrijving: het oplopen van een besmetting in gebieden of op plaatsen die door de overheid als risicogebied zijn aangewezen.
Beschrijving: Fysieke belasting door het handmatig opbreken en herbestraten kan aandoeningen geven aan rug, gewrichten en spieren.
Beschrijving: blootstelling aan koude, warmte, fel zonlicht (uv-straling), storm en rukwinden met als gevolg fysieke schade zoals bevriezing, verbranding, verstoring van de warmtebalans, zonnesteek en het risico op huidkanker en letsel als gevolg van harde windstoten.
Opdracht en aanwijzing
Je krijgt de opdracht van een WV G-netten of WV G-distributie, via een werkplan. De WV bepaalt ook de mate van toezicht. Je moet een AVP G-netten of AVP G-distributie zijn. Bij deze werkzaamheden word je door minimaal een VOP geholpen.
Risico’s en maatregelen
In hoofdstuk 4.4 van de VIAG kun je lezen welke algemene risico’s en maatregelen er zijn. Het werk in deze VWI brengt extra risico’s mee:
Risico: Aanwezigheid van mensen en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek.
Maatregel: Scherm de werkplek af. Laat mensen en/of dieren de werkplek verlaten. Plaats verbodsborden ‘Vuur, open vlam en roken verboden’.
Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas.
Maatregel: Ventileer de werkplek. Blijf de hele tijd de gasconcentratie meten. Als de gasconcentratie >10% LEL is, verlaat dan direct de werkplek. Geef het door aan de WV.
Risico: Brand en/of explosiegevaar bij afblazen.
Maatregel: Gebruik geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek.
Risico: Gehoorschade.
Maatregel: Draag gehoorbescherming.
Risico: Vonkvorming.
Maatregel: Aard leidingen voldoende.
Risico: Aanwezigheid van aardgascondensaat.
Maatregel: Gebruik de extra PBM’s die in VWI G-47 staan.