Voor u begint
- Houd rekening met de weersverwachting door het KNMI (waarschuwing weeralarm met de codes rood – oranje – geel).
- Neem beschermende middelen en/of kleding mee tegen extreme weersomstandigheden.
- Wanneer weersomstandigheden effect hebben op de veiligheid op de weg, meld dan aan je leidinggevende wanneer je thuis bent gekomen.
- Neem water, eten en/of medicijnen mee en een telefoon met oplader. Eventueel extra kleding.
- Bespreek met je leidinggevende de werkplanning, bekijk hoe en of er gewerkt kan worden op de betreffende werkplek en stem – indien mogelijk – de maatregelen af op de locatie.
Tijdens en na het werk
- Draag de juiste werkkleding rekening houdend met de verschillende weersomstandigheden.
- Zorg voor afscherming tegen de extreme weersomstandigheden waar mogelijk.
- Houd rekening met de vergroting van de remweg tijdens extreme weersomstandigheden
- Zorg dat je op de hoogte blijft van de weersverwachtingen.
Bij onweer:
- Zoek een schuilplaats
- bij voorkeur in een gebouw, of in je auto.
- ben je in een open veld, blijf dan zo laag mogelijk gehurkt en houd je voeten tegen elkaar waardoor geen stroom door je lichaam kan. Vermijd geleidende oppervlakken.
- zoek geen schuilplaats onder een boom.
Bij harde wind of naderende storm:
- Afhankelijk van de windsnelheid
- Bij windkracht 6 en hoger stoppen met werken in werkbakken en op aluminium rol- en hangsteigers.
- Bij windkracht 7 en hoger stoppen met hijswerkzaamheden, werken op daken en in bovengrondse infrastructuren.
- Bij windkracht 8 en hoger stoppen met werken op stalen steigers.
- Wees bij deelname aan het verkeer bedacht op plotselinge windstoten alsmede het passeren van vrachtverkeer.
Bij hittegolf of extreem warm weer:
- Beperk fysiek zwaar werk
- Zorg voor voldoende schaduw
- Bescherm de huid tegen Uv-straling door zonnebrandcrèmes en/of bedekkende kleding
- Pauzeer regelmatig op een koele plek
- Drink voldoende water
- Wissel af tussen buiten en binnen werkzaamheden (indien mogelijk).
Bij extreme kou:
- Draag voldoende warme kleding en draag meerdere lagen kleding
- Pauzeer regelmatig op een warme plek
- Wissel af tussen buiten en binnen werkzaamheden (indien mogelijk)
- Vermijd contact van onbeschermde huid en staal.
Bij extreme sneeuwval, ijzel en/of mist:
- Rijd met aangepaste snelheid
- Zoek een veilige parkeerplaats
- Stel zo mogelijk werkzaamheden uit
- Draag bij gladheid een middel tegen uitglijden.
Bij extreme regenval:
- Houdt rekening met aquaplanning
- Dek de materialen en materieel af, denk om instortingsgevaar en markeer de putten/sleuven af
- Denk om instortingsgevaar van putten en sleuven
- Besteed extra aandacht aan de zichtbaarheid van markering.
Maatregelen organisatie bij blootstelling aan extreme weersomstandigheden
- Plan en organiseer de werkzaamheden zodanig dat het werk bij extreme weersomstandigheden onderbroken kan worden dan wel uitgesteld kan worden.
- Waarschuw de medewerkers over extreme weersomstandigheden die risico’s met zich mee kunnen brengen.
- Zorg voor die middelen die benodigd zijn voor de verschillende typen extreme weersomstandigheden en houd rekening met de verschillende seizoenen.
- Geef voorlichting en instrueer medewerkers over de risico’s van werken en rijden bij extreme weersomstandigheden.
- Geef voorlichting en instructie over het herkennen van symptomen van oververhitting en onderkoeling en de maatregelen die daarbij genomen moeten worden.
- Laat NL-Alert installeren op de telefoon van de medewerker.
- Zorg voor regelmatig contact met de medewerker.
- Wees alert bij gezondheidsklachten van medewerkers.
- Zorg voor die middelen die benodigd zijn voor de verschillende typen extreme weersomstandigheden en houd rekening met de verschillende seizoenen.
Bij blootstelling aan lage temperaturen /extreme kou
- Pas de werkplanning aan de weersomstandigheden aan.
- Zorg voor een goede inrichting van de werkplek door beschermende maatregelen te nemen tegen kou.
- Stel winter- en doorwerkkleding, handschoenen en muts en schoeisel beschikbaar.
- Laat tijdig de zomer- of winterbanden wisselen van de bedrijfswagens.
- Verwarm de schaft- en verblijfsruimte tot minimaal 18 graden.
- Plaats een standkachel in bedrijfswagens voor inzet in een storingsdienst.
- Zorg bij lage temperaturen voor verdeling van het werk over meerdere medewerkers en pas zo mogelijk de planning aan.
- Stel middelen beschikbaar om het risico van uitglijden te beperken zoals: antislipijzers, overschoenen, hoesjes.
Bij blootstelling aan hoge temperaturen (hittegolf)
- Pas indien mogelijk het werkrooster aan en begin vroeg.
- Probeer de zon tussen 12.00 en 15.00 uur zoveel mogelijk te vermijden.
- Vermijd of verminder zwaar intensief werk.
- Vermijd werken in verontreinigde grond.
- Las extra pauzes in op een koele plaats.
- Zorg voor ventilatie (bijvoorbeeld ventilatoren).
- Verstrek middelen om schaduw te creëren (zoals tent, parasol).
- Zorg dat er voldoende water wordt verstrekt of aanwezig is.
- Zorg bij temperaturen hoger dan 30 °C voor verdeling van het werk over meerdere medewerkers en pas indien mogelijk de planning aan.
- Controleer de werkplekken en stel vast of medewerkers zich beschermen tegen hoge temperaturen.
- Bescherm fysiek kwetsbare medewerkers (zoals zwangeren, medewerkers met slechte conditie, hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk of longaandoeningen (CARA)).
Bij blootstelling aan fel zonlicht (uv-straling)
- Plan en organiseer de werkzaamheden zodanig dat het werken in de felle zon tussen 12:00 uur en 15:00 uur in de periode van globaal mei t/m juli zoveel mogelijk wordt vermeden.
- Zorg voor middelen om schaduw te creëren.
- Verstrek zonnebrandcrème.
- Stel zonnebrillen met UV-filter beschikbaar voor het werken in direct zonlicht.
- Stel een pet of een helm met nekflap beschikbaar.
Tabellen voor de zonkracht en gevoelstemperatuur
Zonkracht (uv-index) |
Omschrijving in het weerbericht |
Roodkleuring onbeschermde huid na x minuten (huidtype 2) |
Huid verbrandt |
Bescherming tegen zon met zonnebrandcrème factor 20 in minuten |
1 – 2 |
Geen |
100 – 50 |
– |
700 |
3 – 4 |
Zwak |
35 – 25 |
– |
500 |
5 – 6 |
matig |
25 – 15 |
Gemakkelijk |
300 |
7 – 8 |
Sterk |
15 – 10 |
Snel |
200 |
9 – hoger |
Zeer sterk |
Minder dan 10 |
Zeer snel |
Minder dan 200 |
Tabel zonkracht (bron: KNMI ism KWF kankerbestrijding)
Gevoelstemperatuur met windkracht
|
Buitentemperatuur in graden Celsius |
Windkracht in Beaufort |
4 |
0 |
-4 |
-8 |
3 |
-2 |
-7 |
-11 |
-16 |
5 |
-9 |
-15 |
-21 |
-27 |
7 |
-12 |
-19 |
-25 |
-31 |
9 |
-14 |
-20 |
-26 |
-33 |
Verwijzingen naar wet- en regelgeving, normen en richtlijnen
Dit onderdeel is informatief en vormt geen onderdeel van de arbocatalogus.
Normen
- Praktijkgids persoonlijke beschermingsmiddelen