Als er werkzaamheden moeten worden verricht op een plek die moeilijk te betreden is, een beperkte toegang heeft, weinig vluchtmogelijkheden biedt en onvoldoende daglicht heeft, dan is er sprake van een nauwe ruimte.
Er is in ieder geval sprake van:
- gevaar voor verstikking indien de atmosfeer minder dan 18 volumeprocent zuurstof bevat, bij minder dan 19 volumeprocent moeten maatregelen genomen worden.
- gevaar voor bedwelming of vergiftiging indien de concentratie van de betreffende stoffen in de atmosfeer hoger is dan de gezondheidsgrenswaarden,
- gevaar voor brand of explosie als de concentratie van brandbare gassen of dampen hoger is dan 10 procent van de onderste explosiegrenzen, of als de concentratie van zuurstof hoger is dan 21 volumeprocent,
- gevaar voor elektrocutie.
Neem dan de volgende maatregelen:
- Geef periodieke instructie en voorlichting over werken in nauwe ruimten.
- Stel veilige spanning of scheidingstrafo’s voor elektrische apparatuur en verlichting beschikbaar.
- Stel meter(s) ter beschikking.
- Zorg dat de meetapparatuur periodiek gecontroleerd en gekalibreerd wordt.
- Stel een risico-inventarisatie op als:
- bij een huisaansluiting de afstand die in de kruipruimte afgelegd moet worden meer dan 5 meter is;
- er gewerkt wordt met brandbare gassen of zuurstofverbruikende lasmethoden.
Verwijzingen naar wet- en regelgeving, normen en richtlijnen
Dit onderdeel is informatief en vormt geen onderdeel van de arbocatalogus
Arbeidsomstandighedenbesluit
- Artikel 3.5g – Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie
- Artikel 4.85 Nadere voorschriften risico-inventarisatie en –evaluatie
- Artikel 4.86 Gevolgen categorie-indeling
- Artikel 4.87a Voorkomen of beperken van blootstelling
Normen
- NEN 1010, Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
- NEN-EN-IEC 60079-10-2, Explosieve atmosferen – Deel 10-2: Classificatie van gebieden – Explosieve stofatmosferen
- NEN-EN 45544-4:1999 en, Werkplekatmosfeer – Elektrische apparatuur gebruikt voor de directe opsporing en directeconcentratiemeting van giftige gassen en dampen – Deel 4: Leidraad voor selectie, installatie, gebruik en onderhoud
- NEN-EN 50110-1:2005 en, Bedrijfsvoering van elektrische installaties
- NEN 3140:1998 nl, Bedrijfsvoering van elektrische installaties – Aanvullende Nederlandse bepalingen voor laagspanningsinstallaties