Risico op Elektrocutie of Verbranding bij het uit en in bedrijf nemen van een MT-installatie in een station
RW-04
Voorbereiding
- Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4. en de maatregelen volgens punt 5. in deze VWI is voldaan.
- Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke.
- Zorg dat actuele tekeningen aanwezig zijn.
- Controleer of alle bedienings- en controlepunten veilig te bereiken zijn.
- Controleer of de beluchtings-, ontluchtings- en aftappunten zijn voorzien van bedienbare afsluiters en afvoerleidingen. Controleer of die:
- van staal zijn of uit een hittebestendige slang bestaan;
- naar beneden zijn gericht;
- op een juiste manier op afgeschermde plaatsen uitmonden.
- Controleer of zich binnen deze afgeschermde plaatsen geen personen bevinden of begeven.
- Neem je een nieuw leidingsysteem in bedrijf? Dan dien je dit gereinigd en getest op sterkte en dichtheid op te leveren volgens de voorschriften. Zie ook eventuele bestekbepalingen.
- Neem je bij bovengenoemde controles afwijkingen waar? Dan mag je niet met de werkzaamheden starten, maar dien je contact op te nemen met de WV.
Uitvoering, het uit bedrijf nemen
- Draai de hoofdafsluiters van het MT-systeem dicht in de juiste volgorde: eerst de aanvoerafsluiter, daarna de overige afsluiters volgens het bedieningsplan.
- Blokkeer, indien mogelijk, deze afsluiters om ongewilde bediening ervan te voorkomen en breng bij deze afsluiters de bordjes ‘NIET BEDIENEN’ aan.
- Zorg ervoor dat de installatie warmtetechnisch wordt ingeblokt. Doe dit, indien nodig, ook met de deelsystemen door de tussenliggende afsluiters te blokkeren.
- Blokkeer elektrische schakelaars en breng markeringen aan om ongewilde bediening te voorkomen.
- Verwijder de afdichtingen (blindflenzen, dop of stop) van de aftappunten.
- Maak de installatie drukloos en zo goed mogelijk mediumvrij door het openen van de afsluiters van de aftappunten. Meng het af te tappen water, indien mogelijk, met koud water om de relatieve luchtvochtigheid zo laag mogelijk te houden. Veranker de aftapslang en laat deze op een afgeschermde plaats uitmonden.
- Stel de drukloosheid vast met behulp van meetapparatuur.
- Controleer of de afsluiters van de beluchtings- en ontluchtingspunten zijn gesloten.
- Maak de installatie verder mediumvrij door het openen van de afsluiters van de beluchtings- en ontluchtingspunten.
- Blijf voortdurend alert op ongecontroleerde uitstroming van warm water. Ook een schijnbaar mediumvrij systeem kan onverwacht gevaar opleveren.
Uitvoering, werkzaamheden
- Voer de werkzaamheden uit.
- Controleer of alle verbindingen vastzitten en de installatie bedrijfsgereed is.
Uitvoering, het in bedrijf nemen
- Stel vast dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd.
- Controleer bij nieuwe leidingdelen of deze een beproeving op sterkte en dichtheid hebben ondergaan.
- Draai de afsluiters van de aftappunten, beluchtingspunten en ontluchtingspunten dicht en controleer dit.
- Verwijder de aangebrachte blokkeringen en/of bordjes ‘NIET BEDIENEN’.
- Draai de hoofdafsluiters van het MT-systeem open, zodat de installatie warmtetechnisch weer onder druk komt te staan. Doe dit, indien nodig, ook met deelsystemen. Begin hierbij met de retourafsluiter, zodat de installatie zich vult met water van ‘lage temperatuur’ totdat uit alle ontluchtingspunten water komt.
- Open daarna de retourafsluiter volledig.
- Draai de ontluchtingsafsluiters dicht, zodra bij deze punten alle lucht is verdwenen.
- Open de aanvoerafsluiter en controleer op lekkages.
- Verwijder blokkeringen, markeringen en veiligheidssignaleringen van elektrische schakelaars.
- Dicht − na controle − elke aftapafsluiter af met een dop of stop zonder pakking, indien deze niet tegen onbedoeld bedienen is beveiligd.
Beëindiging
- Registreer de benodigde gegevens.
- Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
- Controleer of alle blokkeringen en bordjes ‘NIET BEDIENEN’ zijn verwijderd.
- Laat de werkplek netjes achter.
- Meld de opdracht gereed.
Beschrijving: de gevolgen van struikelen en uitglijden variëren van blauwe plekken en kneuzingen tot ernstige breuken. Soms kan dit leiden tot blijvend letsel.
Beschrijving: Asbestvezels kunnen ongemerkt worden ingeademd en in de longen achterblijven. Dit kan ernstige longziekten veroorzaken.
- Asbestverdachte materialen mag je nooit be- of verwerken.
- Indien gesproken wordt over een Asbestdeskundige, wordt bedoeld een door de eigen organisatie aangewezen deskundig persoon.
- Betreden van een ruimte E of G dient altijd te gebeuren conform betredingsmatrix, zie bijlage 1
- Asbest-LMRA dient altijd bij betreding plaats te vinden, zie bijlage 3
Er wordt onderscheid gemaakt in “beperkte werkzaamheden (Elektrotechnisch & Gastechnisch )” en alle overige werkzaamheden.
“Overige werkzaamheden” zijn alle werkzaamheden die niet onder “beperkte werkzaamheden (E&G)” vallen.
Blootstelling aan een geluidsniveau boven 80 dB(A) kan onomkeerbare gehoorschade opleveren.
Beschrijving: Vallende voorwerpen kunnen leiden tot verwondingen of ernstig letsel.
Beschrijving: Fysieke schade door vallen van hoogte.
Beschrijving: Letsel door vallen van hoogte.
Definitie
Onder een rolsteiger verstaan we een vrijstaand, een halfvrijstaand of een tegen de gevelstaand, mobiele steiger. Rolsteigers zijn uitgerust met (zwenk)wielen en samengesteld uit geprefabriceerde onderdelen. Zij bevatten tussenvloeren en één of meerdere werkvloeren voor het uitvoeren van werkzaamheden op hoogte.
Beschrijving: blootstelling aan asbest kan op lange termijn ernstige gezondheidsschade veroorzaken.
Volgens de wetgeving is het niet toegestaan dat eenmaal verwijderd asbest of asbestverdacht materiaal teruggebracht/geplaatst mag worden. Dit asbest of asbestverdacht materiaal dient volgens richtlijnen en controleerbaar afgevoerd en gestort te worden
In ontwikkeling.
Doel
Het veilig uit en in gebruik nemen van een MT-installatie in een station, inclusief het drukloos maken.
Dit betreft installaties in een:
- MT-regelstation;
- MT-afleverstation.
Deze veiligheidswerkinstructie VWI 04 is ook van toepassing op activiteiten in het MT-deel van de installatie in een HT-station.
Voor het veilig uit en in gebruik nemen van HT-stations, zie veiligheidswerkinstructie VWI 03 (Het veilig uit en in gebruik nemen van een HT-installatie in een station).
Voor het veilig uit en in gebruik nemen van afleversets, zie veiligheidswerkinstructie VWI 10 (Plaatsing, het uit en in bedrijf nemen en demontage van een afleverset, inclusief warmtemeter).
Toepassingsgebied
In warmtevoorzieningssystemen, te bepalen door de warmtebedrijven.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking
Voorwaarden
- De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.
- Je voert de werkzaamheden uit volgens het geldende montagevoorschrift.
- Indien je tijdens de uitvoering een leiding buiten het station via bediening van de hoofdafsluiters uit of in bedrijf moet nemen, dien je dit conform veiligheidswerkinstructie VWI 01 respectievelijk VWI 02 te doen.
Risico’s en maatregelen
Middelen en apparatuur
- De vereiste PBM.
- Blokkeringen en bordjes ‘NIET BEDIENEN’.
- Meet- en testapparatuur.
- Veiligheidsgereedschap.
- Ventilatiemiddelen.
- Tilhulpen voor zware onderdelen.
- EHBO-middelen (denk aan koelen, bijvoorbeeld Burnshield).
Werkwijze
Zie de werkwijze aan het einde van deze VWI.
Opmerkingen
Geen.
Referenties
- Montagevoorschriften.
- NEN 3140.
- Optioneel: bedrijfsspecifieke voorschriften.
Bijlagen
Geen.