Dit artikel beschrijft de systemen waarop de VIAG van toepassing is en ook wanneer dat niet zo is.
1.1 Gasvoorzieningsystemen van netbeheerders
De VIAG is van toepassing op gasvoorzieningsystemen voor het transport en/of de distributie van (geodoriseerd) aardgas (of een ander gas met dezelfde toepassing). De VIAG geldt voor het hele traject, van gasontvangstation tot en met aansluitpunt (hoofdkraan / meter) bij de klant.
De VIAG is van toepassing op:
- de bedrijfsvoering van gasvoorzieningsystemen die in eigendom, beheer en/of onderhoud zijn van of bij gasnetbeheerders;
- de werkzaamheden aan, met of nabij gasvoorzieningsystemen die in opdracht van de gasnetbeheerders worden uitgevoerd (voor uitzonderingen zie artikel 1.3).
- iedereen die betrokken is bij bovengenoemde activiteiten.
In een aantal situaties geldt de VIAG niet. Zie hiervoor artikel 1.3.
De VIAG geldt voor gasvoorzieningsystemen met een maximale gasdruk van 8 bar, met een marge van maximaal 10%. Deze marge wordt hierna niet steeds genoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hogedruknetten (> 200 mbar en ≤ 8 bar) en lagedruknetten (≤ 200 mbar). Systemen met een gasdruk groter dan 8 bar vallen niet onder de VIAG. Hierop zijn de richtlijnen van de gasnetbeheerder van het landelijk HDtransportnet van toepassing, en/of specifieke richtlijnen van regionale gasnetbeheerders.
1.2 Gasvoorzieningsystemen van derden
Een netbeheerder mag alleen werkzaamheden of handelingen uitvoeren in een gasvoorzieningsysteem van een derde als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het veiligheidsniveau van de regelgeving is minimaal gelijk aan het niveau van de regelgeving bij die netbeheerder. De VIAG is van kracht, of een gelijkwaardige norm, zo nodig uitgebreid met de bedrijfseigen supplementen, procedures en/of instructies van die derde.
- Alle regelgeving is vastgelegd.
- Alle regelgeving is bekend bij de netbeheerder en bij de medewerkers die de werkzaamheden uitvoeren.
- Het veiligheidsniveau van het aanwezige gasvoorzieningsysteem is aanvaardbaar voor de netbeheerder.
- De gang van zaken op veiligheidsgebied is in een contract geregeld.
Als niet aan al deze voorwaarden wordt voldaan, mag een netbeheerder alleen werkzaamheden of handelingen uitvoeren als eerst het volgende geregeld is:
- De derde draagt in een contract de installatieverantwoordelijkheid van (het deel van) het gasvoorzieningsysteem aan de netbeheerder over. De netbeheerder bepaalt hoe dit moet gebeuren.
- Hierna wordt door de netbeheerder bepaald welke regelgeving van toepassing is.
Er wordt ook een contract opgesteld als een derde niet beschikt over een installatieverantwoordelijke.
1.3 Nieuwe en vervallen delen van gasvoorzieningsystemen
In de volgende gevallen geldt de VIAG niet:
- De VIAG geldt niet voor de nieuwe aanleg van infrastructuren / installaties die (nog) niet zijn verbonden met bestaande gasvoorzieningsystemen en die (nog) niet medium voerend (onder gasdruk) zijn geweest. Deze nieuwe aanleg heeft dus nog niets met bestaande gasvoorzieningsystemen te maken. Alle werkzaamheden aan deze systemen zijn zogenaamde Andere Werkzaamheden, zie artikel 2.5.6.
- De VIAG geldt niet voor het graven en voor het in de grond leggen van leidingen. Hiervoor zijn wel voorschriften.
In bijzondere situaties kan de IV bovendien bepalen dat een onderdeel van de VIAG, bijvoorbeeld een (deel van een) bepaalde veiligheidswerkinstructie, niet van toepassing is. Deze afwijking moet door de installatieverantwoordelijke worden gedocumenteerd en aan alle betrokken partijen worden gecommuniceerd.
In de volgende gevallen geldt de VIAG wel:
- De VIAG geldt zodra de voorbereidingen starten om een nieuwe aanleg van infrastructuren / installaties te verbinden met een bestaand systeem. Het maakt dan niet uit of het bestaande systeem onder gasdruk staat of niet.
- Alle beproevingen van leidingen of installaties die (nog) niet zijn aangesloten, vallen onder de VIAG.
- De VIAG geldt ook voor het verwijderen van leidingen en/of installaties. De VIAG blijft dus van kracht als systeemdelen (leidingen, installaties) worden afgekoppeld en gescheiden van bestaande systemen. Pas als die delen echt zijn verwijderd of formeel zijn overgedragen, zijn deze vervallen en geldt de VIAG niet meer.
- Ook geldt de VIAG als er graafwerkzaamheden worden uitgevoerd om een (eventuele) gaslekkage op te sporen en/of de graafwerkzaamheden risico opleveren voor een onverwachte vrije gasuitstroming.