Korte geschiedenis van de BEI BLS
Korte geschiedenis van de BEI BLS
Binnen Europa heeft het European Committee for Electrotechnical Standardization (CENELEC) de Europese norm EN 50110 vastgesteld. Voor Nederland is deze aangevuld met de Nederlandse eisen en vertaald in de NEN 3140 (BEI1 -LS) voor laagspanning en de NEN 3840 (BEI-HS) voor hoogspanning (en middenspanning).
Specifiek voor de activiteiten in de netten van de Netbeheerders is de NEN-3140 en NEN-3840 voorzien van uitbreidingen, beperkingen, verduidelijkingen en vervat in de BEI-BLS (BEI Branche LS) en de BEI-BHS. (BEI Branche HS).
De BEI-BLS (met bijlagen en VWI’s en infokaarten) worden jaarlijks op 15 april vernieuwd.
De normen BEI BLS en BEI BHS borgen een uniforme regelgeving op het gebied van veilige bedrijfsvoering in de elektriciteitsvoorzieningsystemen van de netbeheerders. Alle netbeheerders en alle aannemers die werken in die elektriciteitsvoorzieningsystemen moeten zich aan deze regels houden. Per netbeheerder kunnen naast deze normen bedrijfsspecifieke procedures van kracht zijn. In beide BEI-normen wordt hiernaar zo nodig verwezen.
BEI BLS
De BEI BLS is gebaseerd op de NEN 3140. De BEI BLS met bijlagen, VWI’s en infokaarten vormen één geheel.
De indeling van de BEI BLS is grotendeels gelijk aan die van de NEN 3140. Tabel 1 geeft een overzicht van de overeenkomsten en de afwijkingen.
Een aantal artikelen uit de NEN 3140 is overgenomen of er wordt naar verwezen (in beide gevallen wordt dit cursief aangegeven). Andere normen die betrekking hebben op veilige bedrijfsvoering staan in artikel 2 van de NEN 3140.
De BEI BLS geeft, op het gebied van laagspanning, invulling aan de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Deze norm, en de bijbehorende LS-veiligheidswerkinstructies, zijn/worden door Netbeheer Nederland vastgesteld en beheerd (GVR, Groep Veiligheidsregelgeving).
De bij de BEI-BLS behorende VWI’s zijn geschreven vanuit de opdrachtnemersrol en dus tot en met AVP. De opdrachtgever is de werkverantwoordelijke en de werkzaamheden die hij mag uitvoeren staan beschreven in hoofdstuk 3.6.4.
Opmerking 1: In deze BEI BLS dienen de woorden hij, hem, zijn, enz. te worden gelezen als hij/zij, hem/haar, zijn/haar, enzovoort.
Opmerking 2: Afkortingen, zoals die worden gebruikt in deze norm en de VWI’s, zijn opgenomen in bijlage 12.