Dit artikel beschrijft de processchema’s die zorgen voor een juiste en uniforme werkwijze. De schema’s zelf staan in bijlage 3a, 3b en 3c.
8.1 Algemeen
Voor een juiste en uniforme werkwijze zijn onderdelen van de BEI BLS vastgelegd in drie processchema’s LS, een schema voor RO (Raamopdracht), DO (Directe Opdracht) en GO (Goedgekeurde Opdracht).
In de twee artikelen hierna worden beide processchema’s toegelicht. In elk schema worden zeven delen onderscheiden: voorbereiding, bedienen, treffen veiligheidsmaatregelen, uitvoering werkzaamheden, opheffen veiligheidsmaatregelen, bedienen en oplevering.
Niet alle delen (of alle stappen daarin) zijn altijd van toepassing. Het is bijvoorbeeld niet altijd nodig om te bedienen. Deze delen of stappen in het proces worden dan overgeslagen, of er wordt een andere routing aangegeven. Het kan ook voorkomen dat sommige delen (stappen) vaker voorkomen.
Uitvoerende medewerkers
- De processchema’s zijn opgezet voor situaties waarin ploegleider, AVP, VP of VOP de handelingen verrichten. Het komt voor dat een WV bedient of meehelpt bij het treffen van veiligheidsmaatregelen. Dan moet het processchema natuurlijk zo worden gelezen.
8.2 Processchema LS bij DO en GO
Dit artikel beschrijft het proces bij uitvoering van een DO (directe opdracht) of een GO (goedgekeurde opdracht). Het is afgebeeld in het processchema in bijlage 3a en 3c.
Aandachtspunten
- In de diverse stappen in dit schema is er zo nodig toezicht door de WV en/of terugkoppeling naar de WV op de afgesproken momenten.
- Bij activiteiten door meerdere ploegen tegelijkertijd moet er bij de start en beëindiging van elke processtap contact zijn tussen elke PL en de WV; dit moet plaatsvinden op de door de WV te bepalen wijze.
8.2.1 Voorbereiding
- De WV stelt een werkplan op. Hij mag dit doen in overleg met de betrokken ploegleider of (A)VP. De WV mag ook een werkplan goedkeuren dat door een ander is opgesteld.
- De BD stelt het bijbehorende bedieningsplan op als dat nodig is.
- De werkuitgifte en de goedkeuring hangen af van de activiteit.
- De WV geeft opdracht aan de ploegleider of (A)VP om het werkplan uit te voeren. Als er een bedieningsplan is, geeft hij dat uit.
8.2.2 Bedienen voordat de werkzaamheden starten
- De PL of (A)VP voert de bedieningshandelingen uit.
- Voorafgaand, op de dag van uitvoering van de bedieningshandelingen:
- Bij UBH: verzoek aan de BD; vervolgens geeft de BD opdracht (toestemming).
- Bij BBH in netten en bij SBH: melding aan het meldpunt.
- Bij geplande spanningsonderbrekingen: ook melding aan het meldpunt t.b.v. klanten (op door de betreffende IV te bepalen wijze).
- Na afloop, op de dag van uitvoering van de bedieningshandelingen:
- Bij afwijkingen, storingen en bij UBH: melding dat de bedieningshandelingen gereed zijn.
- Na afloop van de bedieningshandelingen moet het betreffende netdeel worden overgedragen (onttrokken aan de bewaking en de verantwoordelijkheid van de BD) naar de WV. Dit wordt niet apart vastgelegd.
8.2.3 Treffen veiligheidsmaatregelen
- De ploegleider of (A)VP start met de uitvoering van het werkplan. Dit begint met het treffen van veiligheidsmaatregelen.
8.2.4 Uitvoering werkzaamheden
- De ploegleider of (A)VP voert de werkzaamheden uit volgens het werkplan.
8.2.5 Opheffen veiligheidsmaatregelen
- Als de werkzaamheden uitgevoerd zijn, worden meteen de veiligheidsmaatregelen opgeheven. Er is geen tussenkomst of aparte opdracht van de WV nodig.
8.2.6 Bedienen (nadat de werkzaamheden klaar zijn)
- De ploegleider of (A)VP informeert de BD over eventuele wijzigingen in net, station of netkast.
- De ploegleider of (A)VP voert de bedieningshandelingen uit.
- Voorafgaand, op de dag van uitvoering van de bedieningshandelingen:
- Bij UBH: verzoek aan de BD; vervolgens geeft de BD opdracht (toestemming).
- Bij BBH in netten en bij SBH: melding aan het meldpunt.
- Bij geplande spanningsonderbrekingen: ook melding aan het meldpunt t.b.v. klanten (op door de betreffende IV te bepalen wijze).
- Na afloop, op de dag van uitvoering van de bedieningshandelingen: o Bij afwijkingen, storingen en bij UBH: melding dat de bedieningshandelingen gereed zijn.
- Na afloop van de bedieningshandelingen wordt geacht dat het betreffende netdeel wordt overgedragen (onttrokken aan de bewaking en de verantwoordelijkheid van de WV) naar de BD. Dit wordt niet apart vastgelegd.
8.2.7 Oplevering
- De ploegleider of (A)VP meldt aan de WV dat werkplan en bedieningsplan uitgevoerd zijn.
- De WV meldt,bij een Goedgekeurde Opdracht (GO), aan de OIV en het meldpunt dat het werkplan en het eventuele bedieningsplan uitgevoerd zijn.
- De WV meldt bij een Directe Opdracht (DO) aan het meldpunt dat het werkplan en het eventuele bedieningsplan uitgevoerd zijn.
- De IV bepaalt hoe de gereedmelding moet plaatsvinden.
8.3 Processchema LS bij RO
Dit artikel beschrijft het proces bij uitvoering van een RO (raamopdracht). Het is dat afgebeeld is in het processchema in bijlage 3b.
8.3.1 Voorbereiding
- De WV geeft raamopdrachten aan AVP, VP, VOP en THP. In de VWI’s staan alle activiteiten (werkzaamheden en bedieningshandelingen) die binnen een raamopdracht kunnen worden uitgevoerd.
- De WV informeert de OIV over de raamopdrachten die hij heeft gegeven.
8.3.2 Verloop van de werkzaamheden
- Bij werkzaamheden via een raamopdracht komen nauwelijks terugmeldingen en tussentijdse (vervolg)opdrachten voor. De uitvoerende medewerker mag alle vervolgstappen doorlopen zonder extra tussenkomsten van de opdrachtgever.
- In sommige gevallen (zie ook artikel 5.2.3.) moet de uitvoerende medewerker uit te voeren of uitgevoerde bedieningshandelingen melden. Ook moet hij eventuele netwijzingen doorgeven.
8.3.3 Oplevering
- De werkzaamheden worden opgeleverd volgens de bedrijfsafspraken. De IV bepaalt hoe dit moet gebeuren.