Dit artikel beschrijft de processchema’s die zorgen voor een juiste en uniforme werkwijze. De schema’s zelf staan in bijlage 4a, 4b en 4c.
8.1. Algemeen
Voor een juiste en uniforme werkwijze zijn verschillende onderdelen van de BEI BHS vastgelegd in een processchema HS en MS bij GO en DO (goedgekeurde opdracht, zie bijlage 4a of directe opdracht, zie bijlage 4c). Er is ook een schema dat inzicht geeft in de procesgang bij RO (raamopdracht, zie bijlage 4b).
Hieronder wordt een toelichting gegeven bij beide processchema’s. In elk schema worden zeven delen onderscheiden: voorbereiding, bedienen, treffen veiligheidsmaatregelen, uitvoering werkzaamheden, opheffen veiligheidsmaatregelen, bedienen en oplevering. Niet alle delen (of alle stappen daarin) zijn altijd van toepassing. Het is bijvoorbeeld niet altijd nodig om te bedienen. Deze delen of stappen in het proces worden dan overgeslagen, of er wordt een andere routing aangegeven. Het kan ook voorkomen dat sommige delen of stappen vaker voorkomen.
De processchema’s zijn opgezet voor de situaties waarbij de PL, AVP, VP of VOP uitvoerende handelingen verrichten. In voorkomende situaties is het ook mogelijk dat een WV bedient of meehelpt bij het treffen van veiligheidsmaatregelen. Uiteraard dient het processchema dan in dat kader te worden gelezen.
8.2. Processchema HS en MS bij DO en GO
Dit artikel beschrijft het uitvoeringsproces van activiteiten in HS en MS bij opdrachtverstrekking via DO of GO. Het proces is afgebeeld in bijlage 4a.
Aandachtspunten
- In de diverse stappen in dit schema is er zo nodig toezicht door de WV en/of terugkoppeling naar de WV op de afgesproken momenten.
- Bij activiteiten door meerdere ploegen tegelijkertijd moet er bij de start en beëindiging van elke processtap contact zijn tussen elke PL en de WV; dit moet plaatsvinden op de door de WV te bepalen wijze.
8.2.1. Voorbereiding
- De WV stelt een werkplan op. Hij mag dit doen in overleg met de betrokken ploegleider of (A)VP. De WV mag ook een werkplan goedkeuren dat door een ander is opgesteld.
- De BD stelt het bijbehorende bedieningsplan op als dat nodig is.
- De werkuitgifte en de goedkeuring hangen af van de activiteit.
- De WV geeft opdracht aan de ploegleider of (A)VP om het werkplan uit te voeren. Als er een bedieningsplan is, geeft de WV dat uit.
8.2.2. Bedienen voordat de werkzaamheden starten
- De AVP vraagt toestemming aan de BD om volgens het bedieningsplan van start te gaan. Hij doet dit op de dag waarop de bedieningshandelingen worden uitgevoerd. De BD geeft opdracht om het bedieningsplan uit te voeren.
- Er zijn situaties waarin bedieningshandelingen stap voor stap moeten worden teruggemeld. De IV bepaalt om welke situaties het gaat. Zie de bedrijfsprocedure van de betreffende netbeheerder.
- Na afloop meldt de AVP de bedieningshandelingen gereed bij de BD.
- In bepaalde situaties mag de BD zelf schakelen zonder dat hierbij een AVP aan te pas komt. Dit wordt in het schema weergegeven met een stippellijn.
- Als dat gewenst is, voert de WV de bedieningshandelingen uit. Dan is er alleen contact tussen BD en WV.
- Bij vervolgactiviteiten meldt de BD de bedieningshandelingen gereed en draagt hij het betreffende netdeel over aan de WV. Het netdeel wordt daarmee onttrokken aan de bewaking en de verantwoordelijkheid van de BD.
8.2.3. Treffen veiligheidsmaatregelen
- De WV geeft opdracht aan de AVP om het eerste deel van het werkplan uit te voeren. Dit is het treffen van veiligheidsmaatregelen.
- De AVP voert dit samen met miniaal een VP uit.
- Uitzondering hierop is het nemen van de veiligheidsmaatregelen bij verbindingen. Daar mag het blokkeren en vergrendelen en het aan- en uitzetten van de wederinschakeling uitgevoerd worden door een AVP waarbij de VP meekijkt op afstand. Dit geldt alleen als een betrouwbare real time videoverbinding met beeld en spraak tot stand kan worden gebracht om informatie tussen zender en ontvanger te kunnen bevestigen.
- Tweede uitzondering hierop is de VPTR-verbindingen; die mag na opdracht van de WV samen met een tweede VPTR-verbindingen het plaatsen van valaarders uitvoerders.
- Als de veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, meldt de AVP dit gereed bij de WV.
- Indien gewenst voert de WV zelf het treffen van de veiligheidsmaatregelen uit. Daarbij moet hij worden geholpen door een AVP of VP.
- Na gereedkomen van de veiligheidsmaatregelen draagt de WV de veiliggestelde werkplek over aan de PL van de werkzaamheden.
8.2.4. Uitvoering werkzaamheden
- De WV geeft opdracht om de werkzaamheden uit te voeren.
- De ploegleider of de (A)VP voert de werkzaamheden uit.
8.2.5. Opheffen veiligheidsmaatregelen
- Het opheffen van de veiligheidsmaatregelen gebeurt direct nadat de werkzaamheden uitgevoerd zijn. Tussenkomst of een afzonderlijke opdracht van de WV is niet nodig, behalve in de volgende gevallen (zie ook het kader in het processchema):
- bij HS-activiteiten of als de WV dit zo heeft bepaald. Dit is dan vastgelegd in het werkplan. In deze gevallen meldt de ploegleider of (A)VP aan de WV dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. De WV geeft vervolgens opdracht om de veiligheidsmaatregelen op te heffen.
- als er meerdere partijen bij de werkzaamheden betrokken zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als verschillende ploegen of medewerkers actief zijn (geweest) in hetzelfde onderdeel van de infrastructuur, waarbij ze werk(t)en op verschillende locaties binnen hetzelfde werkplan. Daarbij mogen ook verschillende ploegleiders betrokken zijn. Elke medewerker of ploegleider moet dan aan de WV terug melden dat de werkzaamheden gereed zijn. Na de laatste terugmelding geeft de WV apart opdracht voor het opheffen van de veiligheidsmaatregelen. Als er meerdere WV’n betrokken zijn bij de werkzaamheden, moeten die zich terug melden bij de coördinerende WV.
- De AVP heft de veiligheidsmaatregelen op en voert dit samen met minimaal een VP uit.
- Enige uitzondering hierop is de VPTR; die mag zelfstandig na opdracht van de WV valaarders verwijderen.
- De AVP meldt aan de WV dat de veiligheidsmaatregelen opgeheven zijn.
- Indien gewenst voert de WV zelf het opheffen van de veiligheidsmaatregelen uit. Daarbij moet hij worden geholpen voor een AVP of VP.
- De WV meldt het werkplan gereed bij de BD en informeert de BD over de eventuele wijzigingen.
8.2.6. Bedienen nadat werkzaamheden klaar zijn
- De BD geeft toestemming om de bedieningshandelingen uit te voeren. Dit gebeurt op de dag waarop de uitvoering plaatsvindt.
- De AVP voert de bedieningshandelingen uit en meldt deze na afloop gereed aan de BD (en aan de WV).
- In bepaalde situaties mag de BD zelf schakelen zonder dat hierbij een AVP aan te pas komt. Dit is met een stippellijn in het processchema van bijlage 4a weergegeven.
- Als dat gewenst is, voert de WV de bedieningshandelingen uit. Dan is er alleen contact tussen BD en WV.
8.2.7. Oplevering
De IV van de netbeheerder bepaalt hoe de gereedmelding moet plaatsvinden.
- De Ploegleider of (A)VP meldt aan de WV dat werkplan en bedieningsplan zijn uitgevoerd
- De WV meldt, bij een Goedgekeurde Opdracht, aan de OIV dat het werkplan en het eventuele bedieningsplan zijn uitgevoerd.
8.3. Processchema HS en MS bij RO
Dit artikel beschrijft het uitvoeringsproces van activiteiten in HS en MS bij opdrachtverstrekking via RO. Het proces is afgebeeld in bijlage 4b.
8.3.1. Voorbereiding
- De WV verstrekt raamopdrachten aan AVP, VP, VOP en THP.
- De WV informeert de OIV over de raamopdrachten die hij verstrekt heeft.
8.3.2. Verloop van de werkzaamheden
- Bij werkzaamheden via een raamopdracht komen nauwelijks terugmeldingen en tussentijdse (vervolg)opdrachten voor. De uitvoerende medewerker mag alle vervolgstappen doorlopen zonder extra tussenkomsten van de opdrachtgever.
- De uitvoerende medewerker moet wel toestemming vragen aan BD/meldpunt voor bedieningshandelingen. Als de bedieningshandelingen zijn uitgevoerd, moet de medewerker dit doorgeven aan BD/meldpunt. Ook moet hij eventuele netwijzigingen doorgeven.
8.3.3. Oplevering
- De werkzaamheden worden opgeleverd volgens de bedrijfsafspraken. De IV bepaalt hoe dit moet gebeuren.