De VeWa is een veiligheidsvoorschrift voor de bedrijfsvoering van warmtevoorzieningssystemen die in eigendom, beheer en/of onderhoud zijn van of bij warmtebedrijven. Deze bedrijfsvoering is inclusief de werkzaamheden aan, met of nabij die warmtevoorzieningssystemen die in opdracht van de warmtebedrijven worden uitgevoerd. De VeWa geldt voor alle voorkomende drukken en temperaturen. Koudevoorzieningssystemen vallen in deze VeWa ook onder de definitie van warmtevoorzieningssystemen.
Warmtevoorzieningssystemen
Elk warmtebedrijf (warmtenetbeheerder) dient de grens tussen productie en distributie nader aan te geven. Op basis daarvan dient elk warmtebedrijf te bepalen op welke in eigendom en/of beheer zijnde systemen de VeWa van toepassing is. De VeWa waarborgt een uniforme regelgeving op het gebied van veilig werken aan de warmtevoorzieningssystemen. Tot de VeWa behoort een aantal branchebreed vastgestelde veiligheidswerkinstructies, de zogeheten VWI’s (VWI 01 tot en met VWI 12). Daarnaast kunnen per warmtebedrijf bedrijfsspecifieke veiligheidswerkinstructies en procedures met de VeWa worden verbonden.
Personen en VeWa
De VeWa geldt, naast hetgeen in wettelijke voorschriften bepaald is, voor alle voorkomende werkzaamheden en handelingen aan, in of in de nabijheid van de warmtevoorzieningssystemen van de warmtebedrijven. De VeWa geldt zowel voor alle hierbij betrokken werknemers in dienst van de warmtebedrijven als voor externe medewerkers.
Verricht een warmtebedrijf werkzaamheden in een door een derde beheerd warmtevoorzieningssysteem, dan geldt als voorwaarde dat het veiligheidsniveau bij die derde minimaal gelijk is aan het niveau bij het uitvoerende warmtebedrijf. Dit betekent dat onder andere de VeWa of een gelijkwaardige norm van kracht is, zo nodig uitgebreid met bedrijfseigen supplementen, procedures en/of instructies van die derde. De betreffende regelgeving moet in haar totaliteit schriftelijk zijn vastgelegd en bekend zijn bij het warmtebedrijf en zijn uitvoerende medewerkers. Bovendien zal het veiligheidsniveau van het aanwezige warmtevoorzieningssysteem voor het warmtebedrijf aanvaardbaar moeten zijn. De veiligheidstechnische gang van zaken en de werkwijze dienen contractueel te worden geregeld. Bij afwezigheid van voornoemde voorwaardelijke veiligheidszaken, bijvoorbeeld indien er geen installatieverantwoordelijke van die derde aanwezig is, mag een warmtebedrijf alleen werkzaamheden (laten) verrichten als de installatieverantwoordelijkheid van (het betrokken deel van) het warmtevoorzieningssysteem aan het warmtebedrijf schriftelijk, via contract, is overgedragen op een voor het warmtebedrijf aanvaardbare wijze. Vanuit die overgedragen installatieverantwoordelijkheid zal dan de toe te passen regelgeving worden bepaald.
Geldigheid
Met het van kracht worden van de VeWa: 2020 zijn alle andere VeWa- normen en -instructies, evenals daarmee gelijk te stellen normen en instructies, niet langer geldig. Dit geldt tevens voor de daarbij behorende uitwerkingen, aanvullingen, besluiten, procedures, werkinstructies et cetera.
NB: In deze VeWa worden de warmtevoorzieningssystemen ingedeeld op basis van temperatuur en/of aansluitwaarde. De heersende druk is minder geschikt gebleken om als een praktisch hanteerbaar criterium toe te passen. Het staat de installatieverantwoordelijke echter vrij om op basis van bijvoorbeeld hogere druk een hogere indeling voor warmtevoorzieningssystemen, en daarmee ook van de daarin uit te voeren bedieningshandelingen en/of werkzaamheden, vast te stellen.